Vragen ex. art. 23 RvO over gebruik van "vrije plakplaatsen".

Geacht college,

Verspreid over de gemeente bevinden zich een twintigtal openbare aanplakgelegenheden, in de vorm van driehoekige constructies op palen, die voorzien zijn van de woorden "vrije plakplaats". Bepalingen in de Algemene plaatselijke verordening (Art.52, lid 4) geven aan dat deze aanplakgelegenheden uitsluitend bestemd zijn voor het aanbrengen van niet-commerciële reclame. Tot niet-commerciële reclame wordt door een Openbare kennisgeving (d.d. 1-4-'93) gerekend:

  • (vrije) meningsuitingen en bekendmakingen, welke geen betrekking hebben op handelsreclame;
  • reclame voor ideële doeleinden, uitsluitend van plaatselijke aard.

Als voorwaarde voor het gebruik van de plakplaatsen wordt aangegeven dat de aan te plakken affiches maximaal een A3-formaat moeten hebben.

Uit eigen aanschouwing en door klachten van gebruikers van de plakplaatsen, is het ons bekend dat er met de betreffende bepalingen uit de APV en Openbare kennisgeving nogal eens de hand wordt gelicht.

Vanuit deze ervaringen verzoeken wij u antwoord op de volgende vragen:

  • Is het u bekend dat gemeentelijke plakplaatsen regelmatig worden gebruikt voor commerciële doeleinden?
  • Bent u met GroenLinks van mening dat door dit illegale gebruik van de plakplaatsen de intentie die de gemeente met de oprichting van deze voorzieningen heeft gehad, gefrustreerd wordt en dat legale "plakkers" hierdoor worden gedupeerd?
  • Vindt u met ons dat het niet de bedoeling kan zijn dat gemeentelijke eigendommen zonder toestemming en financiële vergoeding voor commerciële doelen worden gebruikt?
  • Is het college van plan om in overeenkomstige gevallen handhavend te gaan optreden, overeenkomstig de aankondiging in de Openbare kennisgeving, waarin sprake is van onmiddellijke verwijdering op kosten van de overtreder?

In afwachting van uw antwoord, met vriendelijke groet,
namens de fractie van GroenLinks, 

Dick Carton
fractiesecretaris