Geattendeerd door een bezorgde bewoner van de binnenstad over de hoeveelheid licht ’s nachts, stelde GroenLinks Nieuwegein een aantal vragen aan de wethouder duurzaamheid over het beleid van de verlichting. Maar de fractie was ook benieuwd naar het beleid intern: ’s avonds laat staan er nogal overal computers en monitoren aan, terwijl iedereen al weg is.
Hier de vragen en antwoorden

Vraag 1: Wat is nu precies beleid t.a.v. verlichting Stadshuis?

Antwoord: Er brandt in het stadshuis geen onnodige verlichting en de aanwezige verlichting (voornamelijk spaarlampen) wordt automatisch uitgeschakeld t.b.v. energiebesparing. Dit draagt mede bij aan het onlangs afgegeven A plus-energielabel voor het stadshuis. Zie nieuwsbericht

Het betreft alleen binnenverlichting, want het Stadshuis heeft geen buitenverlichting.

Het Stadshuis heeft veel daglichttoetredingen en een lichte kleurstelling van het interieur, zodat overdag minder kunstverlichting nodig is. Bovendien is op de kantoorverdiepingen gebruik gemaakt van spaarlampen met aanwezigheidsdetectie en een veegpulsschakeling. Op de kantoorverdiepingen gaat de aanwezigheidsdetectie 's avonds om 20u van een wachttijd van 15 minuten naar 5 minuten. Nadat iemand over de verdieping loopt blijft de betreffende ingeschakelde verlichting gedurende dit aantal minuten branden, tenzij er weer iemand langs de infraroodsensor loopt. In principe brandt er buiten de openingstijden geen verlichting in dit kantoor, behalve als bijvoorbeeld 's avonds vergaderd wordt, stadstoezichthouders pauze houden of de beveiliger zijn/haar ronde doet 's avonds of 's nachts. Na sluitingstijd (door de week om 20u) gaat ook de verlichting in de Bibliotheek uit.

Het is een Stadshuis met extra's', dus dat betekent dat het gebouw ook na kantooruren beschikbaar is voor allerlei activiteiten, zowel overdag als 's avonds. Zo is op werkdagen de bibliotheek open tot 20u en zitten er winkels en een café op de begane grond. Over deze andere gebouwgebruikers heeft de gemeente Nieuwegein geen zeggenschap. In de centrale hal van het Stadshuis met het trappenhuis blijft de verlichting continu branden. Dit laatste is ook een bewuste keuze uit oogpunt van een aantrekkelijke levendige, sociaal veilige binnenstad.

Vraag 2: Wat is het beleid t.a.v. verlichting bovenste parkeerdek van parkeergarage theater De Kom?

Antwoord: Doel is uiteraard dat overdag de verlichting op het bovenste parkeerdek uit is.

De verlichting op het bovenste parkeerdek brandt nu continu, omdat deze (nog) centraal gekoppeld is aan andere verlichtingsgroepen in de parkeergarage. Uitzetten van verlichting op alleen het bovenste parkeerdek is op dit moment dus niet mogelijk. Het parkeerbedrijf gaat in 2013 onderzoeken welke aanpassingen aan de verlichtingsinstallatie mogelijk zijn, zodat de verlichting op het bovendek van de theatergarage een losse schakeling krijgt en dus overdag uitgeschakeld kan worden.

Bij verdere doorvraag is ook toegezegd dat meegenomen zal worden bij besprekingen met het parkeerbedrijf dat deze verlichting wellicht ook na sluiting van de Kom uit zal gaan.

Vraag 3: Wat is nu beleid t.a.v. led-sierverlichting van theater De Kom? Zijn de testen m.b.t. de sierverlichting inmiddels afgerond?

Antwoord : Er zijn geen afspraken gemaakt tussen de gemeente en theater De Kom over  het gebruik van de led-sierverlichting aan de gevel. Het is aan theater De Kom om "beleid" te maken of te beslissen over het inschakelen en de verschillende verlichtingsarrangementen van de led-sierverlichting aan de buitengevel.

Vraag 4: Wat is het beleid binnen het Stadshuis als het gaat om het uitdoen van pc's en monitoren? Worden deze op een  bepaald tijdstip automatisch uitgeschakeld of blijven deze de hele nacht branden?

Antwoord: Er zijn bewust geen pc's maar thin clients (verbindingskastje tussen werkplek en centrale computer) . Deze thin clients verbruiken aanzienlijk minder energie dan een pc. Thin clients en monitoren moeten zelf door medewerkers uitgeschakeld worden na gebruik. Monitoren gaan automatisch in de slaapstand.

De meeste medewerkers doen hun thin cliënt en monitor uit, een enkeling niet. Af en toe wordt In het kader van milieuzorg hier aandacht aan besteed.