Met veel publiciteit is in Nieuwegein in de derde week van mei 2004 een proef gestart met Burgernet.
Burgernet is een telefonisch netwerk van bewoners en ondernemers, die zich vrijwillig als deelnemer hebben gemeld. Als er ergens in onze stad een misdrijf is gepleegd, krijgen de deelnemers aan Burgernet een telefoontje met informatie over de verdachte naar wie wordt gezocht. Ziet of hoort de deelnemer iets dat met het misdrijf te maken kan hebben, dan belt hij of zij een speciaal nummer van de meldkamer om dat door te geven. Zo wordt de kans groter dat de dader wordt gepakt.
Op het eerste gezicht lijkt er niets aan de hand: veiligheid is immers voor een ieder van groot belang.
Ook GroenLinks heeft dit thema in haar verkiezingsprogramma.
Overigens is het melden van verdachte situaties niet iets nieuws, het is een burgerplicht is. Maar met de oprichting van Burgernet is GroenLinks niet gelukkig, het is eerder een reden tot zorg. We hebben daarover in de raadscommissie Algemene en Bestuurlijke Zaken indringend gesproken. De meningen in de commissie waren verdeeld. Er is niet over gestemd, want het is geen initiatief van de gemeenteraad.
Met een instrument als Burgernet wordt een deel van de opsporingstaak van de politie, in handen gelegd van burgers. Geen goede zaak, omdat het signaleren en opsporen van verdachte personen om specifieke kennis en vaardigheden vragen. Voor boevenvangen heb je deskundigheden nodig die zijn voorbehouden aan de politie, omdat die daarvoor is opgeleid. Als burgers soms over informatie beschikken en die willen doorspelen, moet je dat aan de burgers zelf overlaten. Dat moet je niet gaan organiseren of structureren. De kans is anders groot dat er een "big-brother-is-watching-you" sfeer ontstaat, waardoor burgers elkaar gaan wantrouwen en zichzelf zelfs in gevaar kunnen brengen. Een ander denkbaar gevolg kan zijn, dat deelnemers zichzelf als moraalridders gaan zien en zich het recht toemeten om geheimagentje te gaan spelen. Onverdraagzaamheid, meer wantrouwen en wellicht conflicten kunnen de verhoudingen gaan bepalen.
Daar komt nog bij dat je niet alles vanuit je huiskamer kunt constateren, bijvoorbeeld als het om een zedendelict gaat. In de praktijk kan het gebeuren dat de deelnemer de straat opzoekt om zelf als detective op onderzoek uit te gaan.
Er zijn meer onduidelijkheden waarover we vragen hebben gesteld in de commissie:
- Er worden circa 400 deelnemers gezocht. Op basis waarvan worden de personen geselecteerd? En voor hoe lang ?
- Hoe wordt voorkomen dat personen elkaar uit persoonlijke motieven gaan aangeven?
- Hoe voorkom je dat Nieuwegein straks wemelt van de detectives en semi-wijkagentjes?
- Wanneer noem je de proef geslaagd ?
- Hoe wordt de privacy van "verdachten" gewaarborgd Je bent onschuldig, maar je profiel en je naam staan in één of ander rapport of wordt algemeen bekend!
- Zijn de deelnemers beschermd tegen mogelijke represailles?
Er zijn nog te veel vragen, die ons geen reden geven tot enthousiasme over dit project. In feite wordt een verkeerd signaal afgegeven. Burgers gaan elkaar ontwijken: je weet niet wie je moet vertrouwen. Als je sociale cohesie tussen Nieuwegeiners nastreeft, moet je dit soort pilots nalaten.
Wil je de veiligheid vergroten, dan zijn er genoeg andere wegen, met name in de sociale sfeer als opsporen en bestrijden van oorzaken. Er kan aandacht worden gegeven aan vroegsignalering binnen gezinnen (het traceren van afwijkend gedrag bij kinderen) en aan opvoedingsondersteuning. Zo zijn er verder talloze mogelijkheden om maatschappelijke uitval tegen te gaan. Worden deze noodzakelijke maatregelen niet genomen, dan ontstaat het bekende effect van "dweilen met de kraan open".
De proef draait evenwel en terugdraaien is niet mogelijk. Wat er nog bijkomt is, dat burgers intussen zijn geïnformeerd en dat de werving is begonnen. GroenLinks wil daarom de evaluatie en conclusies afwachten om te bezien of er aanleiding is tot een hernieuwde discussie en een kritische beschouwing.
Namens de fractie van GroenLinks,
Manuel Sewgobind